Vroeg werk van Jan Broeze, Gesigneerd r.o. met jaartal 1930.
Egbert Jan Broeze werd op 29 november 1896 geboren op de boerderij van zijn grootouders in Elsenerbroek, een Markelose buurtschap tussen Enter en Goor. Hij gaat naar de lagere school in Enter en vervolgens naar de avondlandbouwschool in Goor, overdag werkt hij op de boerderij.
Hij groeit op in een protestants boerenmilieu.
Jan Broeze is een sociaalvoelend mens en heeft een marxistische levensbeschouwing. Hij is zowel boer als (autodidactisch) kunstenaar.
Al op jeugdige leeftijd begint hij te tekenen, aanvankelijk naar voorbeeld van plaatjes in zijn schoolboeken. Zijn contact met de heer en mevrouw Krouwel-Blaauboer, een kunstminnend onderwijzersechtpaar is van grote betekenis voor zijn politieke, geestelijke en artistieke ontwikkeling. Zij stimuleren zijn kunstzinnigheid en brengen hem in aanraking met musea, boeken en muziek. In deze periode gaat hij ook aquarelleren en schilderen.
In 1923 verblijft de Brabander Jan Kruijsen (links met hoed), schilder van boerenfiguren, landschappen en kruiswegstaties, enige tijd in Goor. Hij wordt de belangrijkste leermeester van Jan Broeze (rechts) en leert hem stromingen in de beeldende kunst kennen, zoals het kubisme, waarvan hij zeer onder de indruk raakt.
In 1923-24 zijn Kruijsen en Broeze enige tijd samen in Silezië. De sociale wanverhoudingen en de grote armoede waarmee ze daar geconfronteerd worden, maken diepe indruk op Jan.
Deze reis zal tot in de jaren vijftig een inspiratiebron voor hem blijven.
In 1925-26 krijgt Jan Broeze les van de Almelose portretschilder Jos Beeling.
Het kubisme laat hem niet los. In 1930 maakt hij zijn eerste werk dat door het kubisme is beïnvloed. Langzamerhand begint hij enige bekendheid te krijgen. In 1933 neemt hij deel aan een groepstentoonstelling in het Rijksmuseum Twenthe.
Ondanks bezoek aan musea en tentoonstellingen elders in Europa blijft hij zeer gehecht aan zijn geboortestreek. Jan Broeze wordt lid van de in 1934 opgerichte Twentsche Kunstkring, waarin de meeste in Twente werkende kunstenaars zich verenigd hadden.
Kort na de oorlog is Broeze een van de oprichters van De Nieuwe Groep, een aantal kunstenaars dat tijdens de oorlog het plan opvatte 'de modernen' in het oosten des lands te verenigen.
Er worden diverse tentoonstellingen georganiseerd niet alleen in Twente, maar ook in het Vondelparkpaviljoen in Amsterdam (1949) en in het Frans Halsmuseum in Haarlem (1950).
Jan Broeze gaat in 1959 samen met Karel Schönfeld-Wichers (broer van de schrijver Belcampo) op reis naar Zuid-Frankrijk en Spanje. Hij maakt veel schetsen en studies, die hij later in zijn atelier in Elsenerbroek in olieverf uitwerkt.
In 1961 heeft hij zijn eerste overzichtstentoonstelling in het Rijksmuseum in Enschede.
Na 1964 gaat het met zijn gezondheid bergafwaarts. Hij krijgt tuberculose en wordt in een sanatorium in Hellendoorn opgenomen. Ook daar maakt hij veel schetsen. Eenmaal weer thuis blijft hij tot op hoge leeftijd tekenen en schilderen.
Ter gelegenheid van zijn tachtigste verjaardag organiseert het Rijksmuseum Twenthe in 1976 zijn tweede overzichtstentoonstelling.
Jan Broeze overlijdt op 5 december 1983 op 87-jarige leeftijd in Delden